Nieuws
Jonas Vingegaard zal in de laatste week van de Ronde van Frankrijk een gat van meer dan 4 minuten moeten dichtfietsen op Tadej Pogacar om alsnog op het hoogste schavotje te staan in Parijs. De Deen van Visma-Lease a Bike gelooft er nog rotsvast in dat dat kan lukken.
Nog 6 ritten en dan weten we wie de nieuwe winnaar van de Tour de France wordt. Voorlopig lijkt het erop dat Tadej Pogacar zichzelf zal opvolgen. Hij heeft namelijk een voorsprong van 4’13” op Jonas Vingegaard.
Maar daar wil de Deen zich nog niet te snel bij neerleggen. “Ik kan de Tour nog winnen, al is het een groot gat”, klinkt het stellig op de 2e rustdag. “Ik moet en ik zal aanvallen. Ik heb het gevoel dat ik elke dag beter word.”
“Ik blijf hoop hebben omdat mijn niveau een stuk beter is dan op de slechte dagen. Als je dat weet, verlies je je hoop niet.”
Voorlopig nekten 2 slechte dagen het klassement van Vingegaard. “Normaal heb ik die nooit. We zijn nog aan het onderzoeken vanwaar die slechte dagen komen, maar voorlopig hebben we nog geen antwoord gevonden.”
Pogacar heeft nog geen zwaktes vertoond, anders zou ik er wel gebruik van hebben gemaakt.
Jonas Vingegaard
Zelf gaat de Deen er niet van uit dat zijn grote concurrent Pogacar nog een slechte dag zal hebben. “Hij heeft nog geen zwaktes vertoond, anders zou ik er wel gebruik van hebben gemaakt. Hij is de meest complete renner.”
Ook bij Head of Racing Grischa Niermann is het geloof in een ommekeer er nog. “4 minuten maak je niet goed met een aanval in de laatste 800 meter. Er komen nog grote bergritten aan, dus de Tour win je pas in Parijs.”
Niermann kwam ook nog even terug op de situatie van gisteren. Vingegaard was achterop geraakt door een valpartij, maar zijn ploegmaats Victor Campenaerts, Matteo Jorgenson en Wout van Aert bleven voor de aanval kiezen.
“We zijn al van het begin hier met meerdere doelen. Het was mijn beslissing om Wout en Victor in de aanval te laten gaan en niet iedereen terug te halen voor Jonas. Ik had het gevoel dat de situatie met Jonas zichzelf wel zou oplossen.”
