
In steeds meer provincies zijn ze niet meer weg te denken: boerderijwinkels, lokale voedselinitiatieven en coöperatieve boerderijen. Waar veel consumenten hun boodschappen nog altijd halen bij grote supermarktketens, kiezen anderen bewust voor een alternatief.
En dat alternatief wordt steeds zichtbaarder én populairder. Boeren verspreid over heel Nederland slaan de handen ineen om rechtstreeks hun producten aan de klant te verkopen. Lokaal, eerlijk, transparant – en zonder tussenkomst van de supermarkt.
Van Frankrijk naar Nederland: een eigen invulling van lokaal voedsel
Het idee is niet nieuw. In Frankrijk bestaan al jaren initiatieven zoals Talents de Fermes, waar boeren samen producten aanbieden in één grote boerderijwinkel. In Nederland is die ontwikkeling op een andere manier ingevuld.
Hier ontstaat een fijnmazig netwerk van lokale verkooppunten: van coöperatieve Herenboerderijen tot zelfstandige Landwinkels en zelfoogsttuinen. In alle 12 provincies werken boeren en burgers samen aan een nieuw voedselsysteem, dat draait om korte ketens, duurzame productie en directe samenwerking.
Landwinkel en Herenboeren als drijvende krachten
Twee grote netwerken spelen een belangrijke rol in deze beweging: Landwinkel en Herenboeren.
Landwinkel is een coöperatie van meer dan 70 boerderijwinkels verspreid over Nederland. Klanten kunnen hier terecht voor verse producten van eigen bodem: groente, fruit, zuivel, vlees, eieren en streekproducten – allemaal direct van de boer.
Herenboeren is een burgerbeweging waarbij gezinnen samen eigenaar zijn van een eigen boerderij. Inmiddels zijn er 23 van deze coöperatieve boerderijen actief in Nederland, waar meer dan 9.000 leden betrokken zijn bij het telen en verdelen van voedsel.
Na het faillissement van de overkoepelende stichting in juni 2025 zijn de boerderijen zelfstandig verdergegaan onder de nieuw opgerichte Vereniging van Herenboerderijen.
Voorbeelden uit alle provincies
Door het hele land duiken nieuwe vormen van directe voedselverkoop op. In Drenthe vind je bijvoorbeeld de Herenboerderij Hof van Rhee, waar ruim 200 huishoudens wekelijks hun portie seizoensgroenten, vlees en eieren ophalen.
Flevoland telt meerdere Landwinkels en verkooppunten via het platform Lekkerder bij de Boer. In Groningen zijn vooral veel stalletjes en kleinschalige boerderijwinkels te vinden, met biologische of ambachtelijke producten.
In Gelderland stimuleert de provincie actief de verkoop van lokaal voedsel. De combinatie van Landwinkels, CSA-tuinen en burgerinitiatieven sluit daar perfect bij aan.
Ook in Noord-Brabant is het aanbod groot, met locaties als Herenboeren Breda en tuinderijen zoals De Kraanvogel en Wortels in Breda.
In Utrecht zijn initiatieven zoals Herenboerderij Nieuw Bureveld, Moestuin de Haar en CSA Zwaantje in opkomst. In Zeeland en Zuid-Holland groeit het aantal boerderijwinkels gestaag, vaak in combinatie met toerisme of streekmarkten. Via platforms als Zoekdeboer of Lekkerder bij de Boer zijn deze locaties eenvoudig te vinden.
Wat maakt deze winkels zo aantrekkelijk?
Boerderijwinkels en coöperatieve initiatieven onderscheiden zich van de supermarkt op meerdere punten. Allereerst is er het directe contact met de producent. Geen ondoorzichtige ketens of anonieme verpakkingen, maar duidelijkheid over waar je eten vandaan komt.
Ook staat duurzaamheid centraal. Door voedsel lokaal te produceren en af te zetten, worden transportkilometers beperkt en is er minder verpakkingsafval nodig. Veel boerderijen werken bovendien biologisch of natuur-inclusief.
Daarnaast is er vaak sprake van een sterke community. Bij Herenboerderijen zijn leden direct betrokken bij het beleid, de oogst en het reilen en zeilen op het land. Ze nemen samen beslissingen over wat er verbouwd wordt, organiseren activiteiten en leren hun voedsel letterlijk van zaad tot bord kennen.
Steeds meer steun vanuit de overheid
Lokale voedselketens krijgen ook steeds meer aandacht van gemeenten en provincies. In Gelderland is de korte voedselketen opgenomen in beleidsplannen en wordt ondersteuning geboden aan boeren die direct aan de consument willen verkopen.
Ook in andere provincies verschijnen er subsidieregelingen, netwerkbijeenkomsten en campagnes die lokale landbouw promoten.
Wat kun je als consument doen?
Er zijn verschillende manieren om zelf bij te dragen aan deze positieve beweging:
– Word lid van een Herenboerderij bij jou in de buurt. Je betaalt eenmalig inleggeld en ontvangt wekelijks een deel van de oogst.
– Bezoek een Landwinkel in jouw regio en koop producten direct van de boer.
– Maak gebruik van platforms zoals Lekkerder bij de Boer of Zoekdeboer om adressen bij jou in de buurt te vinden.
– Steun een zelfoogsttuin of CSA-initiatief door een oogstaandeel te kopen.
– Bezoek open dagen of oogstfeesten. Zo maak je kennis met de boer én je eten.
Conclusie: een alternatief dat werkt
Nederland heeft misschien niet dezelfde boerencoöperaties als Frankrijk, maar wel een uniek en krachtig netwerk van lokale initiatieven. In elke provincie zijn boeren en burgers samen bezig om voedsel weer dichtbij huis te halen.
Niet uit protest, maar vanuit overtuiging. Omdat vers, eerlijk en lokaal voedsel niet alleen beter smaakt, maar ook bijdraagt aan een duurzamer en socialer voedselsysteem.
Door bewust te kiezen waar je je boodschappen doet, maak je als consument direct impact. Steun je lokale boer, dan steun je niet alleen de landbouw – maar ook je gezondheid, je omgeving en de toekomst van het Nederlandse landschap.